Siblog 56: Bedreigde ruigte

In april en mei was ik al in het buitenland. Daarna is er een lange binnenlandse zomervakantie aangebroken in het leven van deze pensionado. Veel fietsen en veel fotograferen. Woensdag en donderdag beweeg in me in een gebied dat Haarrijn gaat heten en een woonwijk wordt. Het is een ruigte waar voorheen gewandeld en door honden gepoept kon worden. Nu staat er een groot bord bij dat het gebied afgesloten is omdat er teveel beschadigingen en vernielingen plaatsvonden. Dat kan zo zijn, maar ik heb er altijd fijn kunnen verpozen en kieken, en met mij veel anderen. En er blijkt een sluiproute over waardoor ik er nog steeds in kan. Achter een openstaande omheining zie ik twee bulldozers hopen zand en boomschors verplaatsen. Ik glip door het hek met mijn nieuwe 18-300 mm lens bij me. En daar loop ik dan door de ruigte van een kennelijk onbetekenend gebied waar jonge populieren pionieren. Zelfs op zand groeien ze. De wandelpaadjes worden steeds minder zichtbaar. Ik loop langs kattenstaart, wilde wortel, valeriaan en Japanse duizendknoop. Straks staat hier een veertiger met een bladblazer zijn tuin schoon te maken.

De bulldozers maken de weg vrij om een eind te maken aan de vrijheid van de planten en dieren in deze ruigte. Straks gaan ze het gebied in en diepen het uit, maken het plat, plempen het vol met wit zand en dan zetten ze het vol met huizen en appartementen. Mooi gelegen, aan wat de Tweede Haarrijnse plas heet. Daar kan dan straks gezwommen, gesurft en elektrisch gevaren worden. Ik voel verzet omdat dit wilde niet langer mag bestaan. Alles moet vertaald worden in rechte lijnen, potverdriedubbeltjes! Brave, gecultiveerde planten nemen dan de plaats in van wilde planten. Gezegd moet worden dat de wilde planten in deze bedreigde ruigte weliswaar wild zijn, maar misschien niet heel zeldzaam. De blauw gekleurde bloemen die ik opzocht in de Wereldflora blijkt geen orchidee, maar een gewone kattenstaart. En wilde wortel, koningskaars en teunisbloem zie je ook overal. Maar ik hoop stiekem dat er nu een werkgroep wordt opgericht die een zeldzame plant of dier in Haarrijn wil behouden. Het schijnt dat iemand hier eens een bever heeft gezien. Ideaal: veel knaagbaar groen, watertjes. Ik koester een romantische liefde voor deze ruigte, die zijn eigen gang kon gaan. Dat zal het wilde in mij zijn. Wat mij enige troost biedt, is dat de aankondiging van de ontginning van dit gebied op een gedateerd en enigszins aangetast bord staat:

De voorbereidende werkzaamheden stonden gepland in februari 2023, het bouwrijp maken in september 2023 en de start van de bouw midden 2024. Dat is het allemaal allang geweest en ze zijn nu in februari 2023 aangeland. Dus de jonge populiertjes mogen nog even doorgroeien tegen de stroom van de vooruitgang in. Maar ze zullen allemaal verpletterd worden. Misschien lukt het de Japanse duizendknoop nog enige zaailingen achter te laten. Deze exoot doet het in Nederland erg goed en is moeilijk te bestrijden, zelfs niet met een bladblazer. Daar kan de veertiger straks lekker zijn tanden op stukbijten. Op de terugweg is het hek dicht, maar ik vind nog een gaatje om het terrein te verlaten. Misschien was dit wel de laatste keer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *