Als ik iets zwaars moet halen of brengen, gebruik ik de Dacia Logan. Vroeger noemden we haar Daisy. Er kunnen zeven mensen in en hij is rood. Omdat ik toch op pad ga, besluit ik meteen te tanken en de auto te laten wassen. Het felle rood is door spinnenwebben en woestijnstof inmiddels aardig verfletst. Ik tank eerst en lees dat de auto wassen bij tankstation De Haan vandaag geen tien maar zes euro kost. Ik koop een ticket en er staat een flinke rij voor de wasserette. Voor iedereen die hier de auto laat wassen is de norm vandaag dat je de auto in het bakstenen huisje rijdt, uitstapt, je ticketcode intypt en buiten het washuisje kijkt hoe je auto schoon wordt. Dit gaat vanzelf, en er gaat iets heerlijk nikserigs uit van wachten. Gewoon lekker kijken naar het spel van borstels, zeep, water en was.
Ik bekijk ondertussen het bord bij het washuisje en lees dat als je maar genoeg benzine tankt, wassen hier maar twee euro kost. Dat betekent dat ik vier euro terugkrijg. Ik rijd frisse Daisy naar buiten. De jongen achter de kassa is Pools of een andere Oost-Europeaan en ik vermoed dat hij hier nog niet zo lang werkt. Ik leg uit dat ik vier euro terug krijg. Uiteindelijk begrijpt hij me en geeft me vijf euro. Of ik er een euro bij heb. Die heb ik niet. Wel 50 cent. Die geef ik hem en hij geeft me twee muntjes van 20 en een van 10 terug. Volgens hem is de transactie hiermee voltooid. Netto tank ik dus voor een euro. Voor een Nederlander is dat een feest. Vijf euro is voor een ouwe rot toch weer een maaltijdpakket bij de supermarkt.