Siblog 60: Tochtige denkramen

Al een tijdje heb ik zin om over waarden te schrijven. Ik heb dat altijd interessant gevonden en heb er onlangs veel over gelezen. Eerst een waarschuwing: normaal houd ik dit Siblog kort, maar jullie moeten nu wat meer woorden tot je nemen. En dat is soms lastig voor de denkende mens die steeds meer Homo Videns wordt (zie verderop). Hoewel ik oorspronkelijk van plan was geen foto’s te plaatsen, heb ik toch een paar abstracte foto’s toegevoegd die ik gisteren tijdens de St. Maartenparade in Utrecht maakte (Utrecht, een stad waar D66 en groen Links de dienst uitmaken, een stad waar ik van hou, met een groot sociaal hart). Hopelijk halen jullie het tot het laatste woord (rijkdom) of het laatste plaatje, een foto met bewegende camera.

Ik wil het graag hebben over een eeuwenlange waardencrisis die te maken heeft met bepaalde dominante waardeoriëntaties. Waarden zijn wat mensen (jullie, hullie, jij en ik) belangrijk vinden. In het boek van Andreas Kinneging (aparte naam, fantastische schrijver, lees hier een recensie) wordt in ruim 600 pagina’s duidelijk gemaakt dat we de laatste 2500 jaar drie belangrijke waardeoriëntaties aan en in ons voorbij hebben zien trekken: de Europese traditie, de Verlichting en de Romantiek. De Europese traditie is de oudste en gaat terug op het Christendom en de Grieken. Deze waardeoriëntatie gaat ervan uit dat de menselijke begeerten in evenwicht moeten zijn met het verstand en de wil. Er zijn bepaalde dingen die je wel of niet hoort te doen omdat het bijdraagt aan een betere samenleving en betere mensen. Er is moreel besef, maar het is in deze traditie ook weer niet altijd gemakkelijk dat ook tot uitdrukking te brengen.

Dat is veranderd sinds het tijdperk van de Verlichting (pakweg de negentiende eeuw), waarbij Kinneging zich afvraagt waarom het in hemelsnaam Verlichting is genoemd. Dat heeft wellicht te maken met de opkomst van de moderne wetenschap die ons verlichting zou hebben gebracht. De belangrijkste stelregel van de Verlichting is de individuele vrijheid je begeerten te vervullen. Begeerten zijn volgens deze oriëntatie niet te temmen en moeten dus losgelaten worden. Het verstand (de wetenschap) staat in dienst van de optimale vervulling van die begeerten. Een tweede stelregel van de Verlichting, gelijkheid, legt wel beperkingen op aan de individuele vrijheid. Omdat iedereen individuele vrijheden heeft, is regel 2 dat je niemand mag schaden in het najagen van zijn eigen begeerten: het schadelijkheidsbeginsel. De Verlichting heeft geleid tot ongelimiteerde groei, winstmaximalisatie, het uitputten van aardse bronnen en het uitbuiten van onderklassen. Daar zijn talloze voorbeelden van en die geeft Kinneging ook. Een eigen voorbeeld: de nieuwe president van de Verenigde Staten van Amerika is de ultieme pendant van de Verlichting: een hyperkapitalist, een seksueel roofdier, een egoïst, een cola zero en hamburgers verslindende beelddenker. Zijn programma houdt meer groei in voor hemzelf, voor de VS, ten koste van de aarde. En zoals zoveel anderen: een morele idioot.

De tweede belangrijke stroming is de Romantiek die het unieke van het individu en de cultuur en natuur benadrukt. De stelregel is dat alles en iedereen uniek is en niet te herleiden tot algemene categorieën of soorten. Leidend in de Romantiek is het gevoel: als het goed of passend voelt, dan is het ook goed. Het verstand speelt een ondergeschikte rol. Er zijn allerlei verschillen en overeenkomsten tussen deze drie waardeoriëntaties, maar koop en lees daarvoor het boek van Kinneging (De onzichtbare maat) maar. Waarschuwing: het is een pil, en er is geen TikTokfilmpje van. Kinnegings oplossing lijkt een terugkeer naar de Europese traditie, en daarom wordt hij gelabeld als conservatief. Ik begrijp hem wel, maar ik denk dat we een andere oplossing nodig hebben.

En passant noemt Kinneging ook nog het boekje getiteld Homo videns (de kijkende mens), geschreven door Giovanni Satori. Dat gaat over de gevolgen van de beeldcultuur voor ons denken. Ik heb het ook gelezen. Verontrustend, want door het beperkte gebruik van taal in de beeldcultuur (televisie, internet) wordt ons redenerend vermogen en denken ernstig aangetast. Zo gaat uiteindelijk ook de democratie verloren. Helaas is dat iets wat we nu overal om ons heen zien: ontlezing, beeldbubbels, versimpeling, en schreeuwers met holle woorden aan de macht. [Aldus een lid van de linkse elite, want daar hoor ik zo onderhand bij.] Met de functies van niX, Tjoeptjoep (dit woord heb ik geleend van mijn collega-zaalgids Jène), Feestboek, KipzKop, en Netnix zijn mensen verslaafd gemaakt aan het (bewegende) beeld en hebben ze zich afgekeerd van het boek en andere langere teksten. Daarmee gaat dus ook het zorgvuldig argumenteren en kritisch denken verloren, betoogt Satori. En de kwaliteit van de democratie. Trump is de verpersoonlijking van deze beeldcultuur, waarbij het hem helemaal niet kan schelen wat hij zegt. Taal is voor hem een vorm van theater om indruk te maken. Maar het geldt ook voor de leiders die voortgebracht worden door politieke partijen: zonder beeld geen boodschap. Beelden worden bepalender. Zo is er een beeld van een migratiecrisis uitgeroepen die helemaal niet bestaat, waar een derde van het electoraat achteraan is gaan lopen. De minister die hierover gaat, snoeit alvast in haar begroting, zodat er geen geld meer is voor migranten en er zo een crisis gecreëerd wordt. De crisis wordt als beeld gelanceerd en waar gemaakt. Dit wordt vaak niet goed begrepen door mensen die KipzKop filmpjes zitten te bekijken. Ik zou ze niet dom willen noemen, eerder misleid en vervormd door hun honger naar beelden, die voor hen de waarheid zijn geworden en die ze alsmaar bevestigd zien in hun webbubbels. Dus alles is niet alleen maar de schuld van Wilders en Trump, maar zij maken er wel handig misbruik van.

Hoe verhoud ik me daartoe? Er is alle reden somber te zijn, want de voorbeelden van Kinneging over de dominantie van de individuele begeerte kan ik moeiteloos aanvullen. Ik zie zoveel consumentisme om me heen (kijk bijvoorbeeld eens naar dit KipzKop filmpje over een zogenaamde haul, waarbij je een berg waardeloze spullen krijgt van Shein, een Chinees fast fashion bedrijf). Of kijk naar de leugens in elke reclame: van ons product word je beter, koop het. Of kijk naar onze lieve aarde, die viezer en viezer wordt, en steeds onleefbaarder voor de mens. Of kijk simpelweg naar je eigen straat die vol met plastic ligt. De denkramen van de Verlichting en de Romantiek zijn tochtig geworden en het politieke en maatschappelijke klimaat is guur als deze november. Verstand en moreel besef zijn ver te zoeken. Toch ben ik optimistisch, omdat ik veel mensen ken die het hier niet mee eens zijn en op lokaal niveau actief zijn een betere leefomgeving te creëren. Dat probeer ik ook te doen: plandelen, buren helpen, galant en geduldig zijn in het sociale verkeer en eerder spullen lenen of tweedehands kopen dan ze nieuw aan te schaffen (het lukt niet altijd, maar ik probeer het). Het leven kan vriendelijk, eenvoudig, goedkoop en schoon zijn. Ik laat me niet meer zo snel ontevreden maken, en mijn onvrede dempen met spullen die ik toch niet nodig heb of die snel kapot gaan. Ik ben ook weer begonnen met boeken lezen. Ik had dat behoorlijk afgeleerd, omdat ik een tijd lang via sociale media veel korte snippers informatie tot me nam, in tekst en beeld. En uiteindelijk leidt dat alleen tot chaos in je hoofd, niet tot kennis of begrip. En dat laatste, daar kies ik momenteel voor. De wereld kan ik niet veranderen, met dictators aan de macht en nationale en individuele belangen als doel. Ik ga zelf wel wat doen. En ik hou nog steeds van onze met kleurrijke met graffiti bespoten olietanker Menselijke Aarde, die maar moeilijk te sturen is. Er zijn nog steeds veel wonderen, en veel mensen die het goede proberen te doen. Veel van die mensen kan ik tot mijn familie en vrienden rekenen. Dat is de echte rijkdom.

Siblog 59: Plantenmoord

Vroeger was ik een fan van Belcampo. Hij heeft veel korte verhalen geschreven. Een daarvan heet Bladzijde uit het dagboek van een arts. Het gaat over een man die zichzelf opeet, omdat het zo vreselijk lekker is. Hij komt bij de arts met het verzoek hem te helpen zijn laatste arm op te eten, want dat kan hij niet meer zelf. Het opeten van mensen gaat een morele grens over, zeker als het andere mensen zijn. Kannibalisme is een flink taboe, al moet het soms, zoals de overlevenden van een in de Andes neergestort vliegtuig, die dode medepassagiers opaten om te overleven. En als het moet dan mag het.

Het eten van dieren is lange tijd aanvaardbaar geweest. Dat verandert. Het aantal vegetariërs neemt toe, en wij doen daar ook aan mee. Wij zijn meer flexitariërs en proberen te minderen met vlees. Dat lukt heel aardig want vleesvervangers en paddenstoelen zijn ook lekker en voedzaam. Af en toe eten we nog weleens pasta di papa, met spinazie, boursin en hamblokjes. Ik heb wel vleesvervangers geprobeerd, maar men lust het hier niet.

Dode vogel bij de pont bij Wijk bij Duurstede
Longwood gardens

En dan dient zich een andere groep levende wezens aan. Op een zekere zondagochtend rep ik me naar Kasteel de Haar. Het is nog koud als ik op mijn racefiets stap. Ik neem een iets andere route dan normaal want ik heb tijd. Ik ruik vers gemaaid gras. Heerlijk, denk ik. Het voert me terug naar onze vakanties op de boerderij bij Bathmen. Hooien, de geur van oud en vers gras, koeien melken in de wei, varkens voeren en hutten bouwen in het kleine bosje vlakbij. Maar dan schiet het door me heen dat dit verse gras gedood is. En het herinnert me aan een onderwerp waar ik altijd graag over wilde schrijven. Plantenmoord. De spinazie in onze pasta di papa heeft op een veld staan floreren en genoten van zon, wind en water. Tot een machine kwam en de blaadjes van hun steeltjes rukte, ze invroor en ze verpakt aanleverde bij onze supermarkt. En wij eten dat om het leven gebrachte product lekker. Lekker. Om het leven brengen klinkt raar. We doen het ook met bermgras en snijbloemen. Maar gelden hier niet dezelfde morele bezwaren als bij het doden van dieren? We beëindigen levens van organismen om hen op te eten. Nu kan je zeggen dat planten een lagere soort zijn dan dieren. Dat is al een hele oude gedachte. Maar sinds ik lees over bomen (Het bomenboek van Koos van Zomeren) en vegetatieve filosofie (Plantaardig van Th. Oudemans) heb ik meer bewondering en liefde voor planten gekregen en lijkt het me inconsequent om morele principes alleen toe te passen op dieren. Planten hebben dan misschien geen ziel, maar het zijn slimme en gevoelige organismen in een netwerk van samenwerking met dieren en andere planten. Dus eigenlijk moeten we helemaal niets levends meer eten. Maar ja, als we alleen stenen en zand eten dan gaan we allemaal dood. En worden we voer voor schimmels, planten, en dieren. Misschien nog niet eens zo gek, dan doen we tenminste wat terug. Of misschien geldt hier wel weer dat als het moet, dat het dan mag.