Categorie archieven: Geen categorie

Siblog 46: Een kleurrijke dag met een zwart randje

Harttafeltje

Het is maandag en het wordt een grijze dag met een kleurrijke invulling. In de ochtend neem ik met Gijs podcast 18 van Luie Friet op. We hebben weer een lekkere flow en vervlechten onze belevenissen met gedachten over advaita (non-dualiteit). In de podcast vertel ik over ik over mijn laatste upcycling project, een tafeltje van hetzelfde soort als ik eerder opknapte (zie Bijzettafeltje met hartjes). Gijs zegt tijdens de uitzending dat ik de tijd aan het vullen ben. Samen lachen we daarom. Vervolgens zet ik me aan feedback op een persbericht dat een van mijn studenten Nederlands heeft geschreven. En dan is het als snel tijd om netjes gekleed in de auto naar Hilversum te springen. Ik word voor radio 1 over poep- en plashumor geïnterviewd door Jurgen van den Berg. Ook dit loopt soepel en ik blijk er vanuit de wetenschap best iets zinnigs over te zeggen te hebben. Ik vertel zelf een poepmop, die te beluisteren is in de podcast. Hij is namelijk afkomstig van Gijs’ moeder.

De radiostudio

Op de terugweg doe ik een Hilversums restaurant aan, Casa di Giorgio. Het blijkt een afhaalpizzeria en binnenin tref ik een schilderachtig tafereeltje aan: tafeltjes met rode en blauwe kleden en kuipstoeltjes eromheen, een groep Turkse mannen die zit te kaarten en twee mannen die aan een enorm televisiescherm in de vorm van een tafel samen iets zitten te doen. Ik kan niet goed zien wat dat allemaal is. Gokken? Een spelletje? Ik bestel koffie en worteltaart. Het eerste deel van de taart is lekker lauwwarm, het uiteinde straf bevroren. Worteltaartijs. Inmiddels is de hond in de kleur van mijn jas weer in zijn bench gaan liggen. Dan verlaat ik deze schilderachtige ruimte om huiswaarts te keren. Onderweg spreek ik tijdens het autorijden op de Transcriber van mijn telefoon een gedicht in:

De zon is een smoezelige vlek

in het hemels grijs.

Alsof God er een gummetje over haalde.

Latente lente.

Poortgebouw kasteel de Haar, zondag 25 februari

Thuis gekomen hoor ik dat Liesbeth, een geliefd en trouw koorlid, ernstig ziek is en niet lang meer zal leven. Hoe gaan we deze boodschap aan het koor brengen? Vanavond hebben we namelijk weer onze eerste repetitie na het concert en er komen ook vier nieuwe mensen die belangstelling hebben voor ons koor. In het bestuur bespreken we hoe we dit gaan doen en vooral wanneer. We komen tot een acceptabele oplossing die in de praktijk goed werkt. En we komen ook nog aan het oefenen van ons nieuwe repertoire toe: Funeral Anthem for Queen Caroline van Händel. Een prachtig barokstuk, heerlijk om te zingen. En ik ga Liesbeth een brief sturen.

Siblog 45: Koorweekend met Sforzato

QR code van ons concert op zondag 11 februari

Omdat Sforzato 11 februari een concert geeft in de Dominicuskerk in Utrecht, is het tijd voor ons traditionele koorweekend. Dit keer is dat op Buitengoed Fredeshiem in De Bult, Overijssel. We werken er hard om de liedjes over dieren uit de Engelse koortraditie te oefenen. Ik heb aangeboden te rijden en het is nog pikdonker als Daisy (zo heet mijn Dacia) met drie vrouwelijke koorleden aan boord vertrekt uit Utrecht. Nu en dan miezert het. In het ochtendlicht bereiken we uiteindelijk een zandpad met vele kuilen dat ons naar Fredeshiem brengt. Het is eerder terrein voor een Jeep of Landrover. Heel zachtjes manoeuvreer ik Daisy langs de kuilen, hopend dat haar differentieel het houdt. Dat lijkt het geval en we komen exact om 10 uur aan. Koffie en zelf gebakken taart zijn ons deel, en dan kunnen we van start gaan.

Daisy

Onze dirigent Hester loodst ons niet alleen langs langs moeilijke passages, maar investeert ook veel in stemvorming, ontspanning en samenklank. Na afloop van deze eerste dag hebben we onze traditionele Bonte Avond. Natuurlijk moet ik daar ook zo nodig weer stukjes doen (twee maar liefst, in wat het ‘Doosjeblokje’ gaat heten). Het is een Lijflied van Sforzato en een live opname van het radioprogramma Curieuze Capriolen met als thema Stilte in de muziek. Het Lijflied is een doorslaand succes waarbij iedereen uitbundig meezingt, van de populariteit van de tweede bijdrage ben ik in eerste instantie niet zo zeker. Er zitten natuurlijk ook een aantal heel flauwe woordgrappen in, en ook wat politiek getinte opmerkingen over een aankomend rechts kabinet. Naar gelang het weekend vordert, wordt er hier en daar toch verwezen naar mijn komisch bedoelde radioprogramma, dus ik denk dat ze het toch wel leuk vonden. Na de Bonte Avond gaan we nog flink doorzingen onder het genot van al dan niet geestrijk vocht. Hester zit enthousiast achter de piano en tovert de ene na de andere pianobegeleiding uit de net gestemde piano.

Fredeshiem

De hotelkamer biedt mij een goede nachtrust, maar dat geldt niet voor iedereen. Wat heel mooi is, is dat het sneeuwt (zie foto’s boven en onder) en dat het bos achter het landgoed dus in prachtig wit gehuld is. We zingen tot het bittere einde door, en dan gaan we vol van muziek weer huiswaarts. ik breng mijn koorvrinden netjes thuis en ben benieuwd welk lied de volgende dag in mijn hersenpan zal doorgalmen. Dat heb je niet zelf in de hand, dat beslissen mijn hersens wel (de keuze van het brein is gevallen op The Silver Swan van Orlando Gibbons). Het wordt mooi, zondag 11 februari.

Siblog 44: Mislukkelingen

Er is veel te doen over mislukkelingen. Er wordt gezegd dat de 25 % kiezers die voor de Partij Die Niet Genoemd Mag Worden hebben gekozen mislukkelingen zijn. Ik geloof dat niet zo. Ik denk dat deze mensen boos of ontevreden zijn en dat ze denken dat de Leider Die Niet Genoemd Mag Worden dit gaat veranderen. Hij heeft inmiddels al afstand gedaan van zijn ongrondwettelijke ideeën en hij belooft dat hij zich hieraan zal houden. Maar hij had toch ook beloofd dat hij alle moskeeën zou afbreken? Gelukkig is dat idee nu al mislukt, want de Leider Die Niet Genoemd Mag Worden wil wel graag regeren natuurlijk. In mijn eigen leven kom ik regelmatig mislukkelingen tegen. Vier voorbeelden.

Bij de kassa van de VOMAR staat een wat haveloze man voor mij. Hij heeft vier blikjes bier achter zijn beurtbalkje gezet die hij nu gaat afrekenen. Op een bonnetje staat het statiegeld dat hij terug krijgt. Dat levert hij ook in. Hij wil betalen met zijn pinpas. Dan ziet hij dat het bedrag (1,01 euro) te hoog is, ondanks het statiegeld. Dat bier is goedkoper, 85 cent, grauwt hij tegen de kassière. U moet ook statiegeld betalen, dat is 15 cent. Er staat niet genoeg geld op mijn rekening, brengt hij daar tegenin. Kunt u niet even gaan kijken hoeveel het bier kost?, probeert hij nog. Zij reageert daar niet op en zegt: zal ik er een blikje af doen? Daar heeft de man geen zin in en na nog een paar keer proberen stemt hij in met drie in plaats van vier blikjes bier. Ik zie dit met verbijstering aan. Iemand die zo weinig geld op zijn rekening heeft staan dat hij een euro en een cent niet af kan rekenen. Ik denk achteraf: had ik hem moeten helpen met een paar centen? Of is het beter voor hem dat hij wat minder bier drinkt? Ik kom er niet uit. Maar dat er tekenen van gebrek en armoede in Nederland zijn, is mij wel al langer duidelijk.

Ik koop twee bossen tulpen voor in huis. Gelukkig hebben wij daar wel het geld voor. Een van die tulpen was iets korter dan de rest en heeft het al kleine laagje water bij Albert Heijn gemist. Die hangt dus helemaal slap. Ik snijd hem wat korter af en hang de mislukkeling slap en al in het water van de vaas. En hij redt het! Zie de foto hiernaast (op de achtergrond de treinkunst die we onlangs aanschaften – hommage aan wijlen Opa Doosje). De laatste tijd begin ik me af te vragen of niet alle snijbloemen gedoemde mislukkelingen zijn, omdat ze door de telers op een cruciaal moment van alle voedsel en water worden afgesneden en met zijn tienen voor 2,99 in de supermarkt worden uitgestald en in een vaas in een vreemd huis worden gepleurd. Daar sterven ze na een week of misschien meer en worden – zwaar van vergif – in de groenbak gedumpt. Dat lijkt toch op het korte leven van een mislukkeling.

Plastic zakje in regenplas © Sibe Doosje

Fotograaf Rob Hornstra heeft van mislukkelingen een fotoproject gemaakt. Hij fotografeert mensen aan de rand van de samenleving, mensen die het leven vieren ondanks dat het kort is en ze misschien slachtoffer worden (of al zijn) van armoede, oorlogen en misbruik. Daar gaat voor hem een zekere esthetiek vanuit, die me erg bekoort. Hij fotografeert mensen in slachthuizen, afgelegen disco’s en verlaten parkeerterreinen. In het fotomuseum Den Haag is er nu een overzichtstentoonstelling van zijn werk te zien: Ordinary People. Hij hield bij de opening van die tentoonstelling een felle toespraak, waarin hij duidelijk maakte dat geen van de beoogde regeringspartijen op rechts ook maar iets met cultuur heeft. Fotografen en andere kunstenaars zijn voor hen maar potverteerders die uit de staatsruif eten. En dat terwijl Robs kunst voortkomt uit hard werken en goed kijken. Ik ben het met hem eens. Kunstenaars geven een schone betekenis aan onze soms lelijke maatschappij. Fotografisch gezien herken ik me in zijn thematiek, ook al richt ik me meer op mislukte of afgedankte voorwerpen, zie de foto rechtsboven.

En om mijn leven als mislukte schrijver te vieren doe ik mee aan de Kerstwrite-along 2023 van Prompt. Dat zijn twaalf dagelijkse schrijfopdrachten (de eerste is op 27 december a.s.). De opdrachten resulteren in een kort verhaal en deelname is gratis. Ideetje voor de kerst? Als mijn korte verhaal af is, publiceer ik het in deze serie Siblogs. Fijne feestdagen alvast!

Siblog 43: Twee Sirkels, een Wawollie en een Haardag

Zaterdag. Tunneltje 19 in Maarssenbroek is gebouwd in 1976. Boven mij suizende autobanden op de rondweg, voor mij vallen regendruppels op een dun bladerdek op de stoep. Het geluid lijkt nog het meest op een bevroren kroket die in de frituur wordt gegooid. Krakend, nu hard, dan zacht, terwijl ik naast mijn fiets samen met een rokende scooteraar verderop schuil tot het zonlicht verschijnt. Ik ben vanochtend al vroeg vertrokken, zodat Cornelia met Kevin (een vriend die deze week over is uit Parijs) kan werken aan haar surprise. Ik ga bij drie kringloopwinkels langs: twee Sirkels (in en net buiten Maarssen) en een Wawollie (een keten van kringloopwinkels), ook net buiten Maarssen.

Novemberlicht

De Sirkels hebben verrassende spulletjes, maar ik ben wel kritischer geworden omdat je anders met een huis vol troep komt te zitten. De ekster heeft het niet meer alleen voor het zeggen. Ik koop wel wat cadeautjes die de Sint nog even geheim moet houden. Het is koud maar als de zon schijnt, straalt hij ook. Is de komma na schijnt wel op zijn plek (volgens het Schrijfbroek van Trouw wel)? Taalkundige kwesties steken in mijn leven steeds vaker de kop op. Cornelia heeft ervoor gezorgd dat ik mijn eigen taal ben gaan herwaarderen. Zij vindt Nederlands mooi en ik nu ook. Weg met dat minderwaardigheidscomplex dat Engels mooier is, of Frans of Italiaans. Ik taal nu meer naar Nederlands. Sterker nog: ik leer het aan anderen. Ik koop veel boeken die over onze taal gaan, bijvoorbeeld een thesaurus van Van Dale (nieuw) en een Voorzetselwijzer en Opperlandse taal- en letterkunde (allebei tweedehands).

Schaken in de Ridderzaal

Zondag is een echte Haardag. Om half tien begin ik in het kasteel met een rondleiding aan een Limburgse familie met (klein)kinderen. Ik richt me dan ook meestal tot het kleine volk en vind in een meisje van acht een soort van assistent die ik vragen stel en die mij vragen terugstelt. Om half twaalf voeg ik in in mijn reguliere dienst tot twee uur, en om half drie leid ik Kevin rond, samen met Jeff, Gerda en Cornelia. Park De Haar staat al vol met lichtinstallaties: lelijke bouwsels, maar ze zullen mooi werk gaan leveren voor Lumineuze Nachten (van 7 december tot 7 januari). En dan ben ik wel weer genoeg beHaard.

Siblog 42: Vijftig jaar vrienden

Avondfoto Utrecht CS op 16 november

Het is zaterdag 18 november en vandaag is een bijzondere dag. Jan Willem (JW), Philip (P) en ik vieren vijftig jaar vriendschap in een kletsnat Rotterdam. We spreken  al vroeg af op Utrecht Centraal en ik neem op me deze blog te schrijven zodat we daar nog eens op terug kunnen kijken. Dat is geen eenvoudige taak, want veel tijd om te schrijven heb ik deze dag niet.  Onze levens moeten gedeeld worden, herinneringen opgehaald, en toekomstplannen gesmeed. Mijn gedachten gaan alvast terug naar 1973, toen ik met mijn schoolvrienden JW en P op Schoonoord op het Atheneum zat (die naam was zogenaamd net zo sjiek als het Gymnasium, die het chique noemden). In de stationshal speelt iemand op de stationspiano die Nadia heet en en in de verte achter haar is de voetgangersbrug over de sporen. Daar stond ik donderdag nog avondfoto’s te maken. Ik maak een foto van Nadia en ook van Wesley die net als vele andere feestelijk uitgedoste volwassenen in de stationshal op weg is naar Comic Con in de Jaarbeurs. P, JW en ik gaan met zijn drieën naar Rotterdam, eerst naar het Depot van Boymans van Beuningen. Voordat we in de trein stappen (iedereen haalt de trein van 0948 met gemak) zet ik mijn maten aan het werk door hen te vragen naar het citaat van de dag.

JW en P voor het Depot

Het depot is prachtig, Rotterdam vet regenachtig. JW en ik hebben P’s advies om een plu mee te nemen, opgevolgd. Hij zelf niet, dus wordt hij goed nat. Het Depot is prachtig. Spiegelend van buiten, ingenieuze trappen van binnen met daartussendoor gevlochten zalen met exposities en groepen kunstwerken. Hoewel de bezoeker gewaarschuwd wordt dat dit echt geen museum is maar een depot, kunnen we al keuvelend uitgebreid van kunst genieten. In een zaal hangen schilderijen vanaf het plafond met de achterkant naar voren. Het is een tentoonstelling over het inlijsten van schilderijen. Creatief. Gelukkig kunnen we ook gewoon de voorkanten zien en daar hangt veel prachtigs tussen. Maar er is meer.

De tyrannie der stalen helmen – Jan Hendrik Verstegen

Er is in het Depot ook aandacht voor Rotterdam in de oorlog, met een tentoonstelling over kunst die toen is gemaakt, uiteraard met instemming van de bezetter. Joodse kunstenaars hangen er dus niet tussen, wel prachtige werken zoals die rechts. Natuurlijk debatteren we over de oorlog in het Midden-Oosten en dat zowel Hamas als Israël zich zoals gewoonlijk opstellen als slachtoffer en zo het discours manipuleren: wie niet voor ons, is tegen ons en kritiek geven is daarom oneerlijk. We hebben het over de verkiezingen van woensdag en hoewel de richting van onze keuzes overeenkomen, hebben we ook nog wel twijfels over waar dan precies op te stemmen. Tijdens de lunch in Brunch Bar Rotterdam, op de rondvaartboot (met een heuse Bacheloretteparty!) en tijdens het diner in Nieuw Rotterdams Café verkennen we de horizonnen van onze levens, bespreken wat zich binnen onze ervaring afspeelt, welke dilemma’s en uitdagingen we in de ogen kijken en ook hoe Rotterdam ons fascineert. Een kenmerk van goede vriendschap is dat je het gesprek moeiteloos op kunt pakken waar je het achter hebt gelaten. En dat de diepte en het vertrouwen er meteen weer zijn.

Bij het diner gaat er iets mis met de diamanthaasjes van P en JW. Die mislukken, waardoor we lang op het hoofdgerecht moeten wachten. Als ze eindelijk geserveerd worden, hoeven we ze niet meer te betalen. We geven de bediening dan maar een dikke fooi. En dan nu de rijke en hoogstaande citatenoogst van deze dag. Niet klagen maar dragen. Wie schrijft die blijft. Als je ouder wordt, heb je meer geschiedenis dan toekomst. Boem is ho, plons is water. Hoe hoger hoe droger. Humor is om te lachen. Verder leer ik van P nog dat er 125 bramensoorten in Nederland zijn, waarvan er maar eentje woekert. Die soort komt door de stikstof erg veel voor. En omdat vandaag ons allemaal zo goed is bevallen en we ons realiseren dat een vriendschap als de onze een diamanthaasje is dat gekoesterd moet worden, besluiten we die elk jaar te blijven vieren met een uitstap zoals deze.

Het oude Boijmans van Beuningen in zompig Rotterdam

Siblog 41: Barbie is in Gouda en Grand Tour in De Haar

Deze zaterdag is van en voor ons, en Cornelia en ik besluiten dus om naar Gouda te gaan. We gaan daar lunchen en de binnenstad bekijken en als het kan een paar kringloopwinkels bezoeken. daar houden we allebei van. De trein is er vanuit Terwijde snel. Het is regenachtig met felle scheuten zon er tussendoor. We slenteren door het gezellig drukke centrum, paraplu op, paraplu af. We eten pannenkoeken in het Hofje van Jongkind. Het is er erg druk en we worden dus op twee barkrukken in de etalage geplaatst, met uitzicht op café Friends (zie lynx). Ik grijp mijn kans als clown door een komische act op de beweegbare barkruk uit te voeren. Ik maak Cornelia een paar keer aan het lachen. Herhaling is de kracht van de lach. Nadere bestudering van café Friends levert nieuwe inzichten op. We concluderen dat de gevel eerder past bij Enemies dan bij Friends, en dat het geheel nou niet bepaald uitnodigend is (zie foto). Het lijkt eerder de ingang van een gevangenis dan van een horecagelegenheid: geen ramen, een slotgracht en een gesloten gevel (zie de foto lynx boven). Op weg naar Cinema Gouda (daar is Barbie te zien) komen we nog leuke winkeltjes tegen: meer vintage dan kringloop. Daar zien we een prachtig schilderij van een trein. 419 euro. We kopen het (nog) niet, maar mooi is het wel. Net als Gouda: een prachtige kleine Zuid-Hollandse stad.

Barbie (de film) is een belevenis. Mooi gemaakt, met aandacht voor detail. We zien alle parafernalia langskomen: de Barbie-auto, het Barbiehuis, en Barbie zelf natuurlijk: lang, blond en blij. In de film verlaat ze Barbieland en trekt naar de echte wereld. Dat blijkt nogal ingewikkeld, want daar zijn (domme) mannen – waarvan haar Ken er een is – de baas. Het scenario wringt zich in allerlei bochten om te laten zien dat Hollywood heus inclusief is: voor mannen, vrouwen en alle rassen. Hoewel het slimme blondje de hoofdrol speelt, zie je verder alle rassen langskomen. Na het zien van de film komen Cornelia en ik tot de conclusie dat het scenario aan alle kanten lekt en dat het zeer interessant was geweest als alle karakters niet zo karikaturaal waren geweest, en dat met name het karakter Allan (een man met een homoseksuele/trans uitstraling) mogelijkheden had geboden aan allerlei nuanceringen, die de film oneindig veel interessanter hadden gemaakt. Toneelschrijver Cornelia zegt dat ze wel raad had geweten met dit script en dat geloof ik graag van haar.

Ja en dan is het zondag, een dag die ik geheel besteed aan kasteel De Haar. Niet alleen heb ik dienst in het kasteel, maar ik maak ook de Grand Tour mee, een ontdekkingstocht voor zaalgidsen, waarbij we allerlei plekken bezoeken die je normaal niet ziet: gastenkamers op de tweede verdieping, de Duiventoren met de vangkooi (zie rechts) en de mannenafdeling van het personeel. Ik maak veel foto’s van mijn collega’s voor het fotoproject Het leven van de vrijwilliger, die ik weer netjes opstuur aan de dienstdoende coördinator. En zo komt een vol weekend ten einde. Het wordt weer tijd voor (koor)muziek, want maandag is onze volgende repetitie van Sforzato. Het gepensioneerde leven is een gepassioneerd leven.

Siblog 40: OIKE – haast in actie

Al een tijdje lang cirkelt het verschijnsel OIKE rond in mijn hoofd. Natuurlijk is OIKE een Japans bedrijf dat coatings maakt, een fruitkraam waar veel kersen worden verkocht en een voornaam die ‘ode’ betekent. Maar dat bedoel ik allemaal niet. OIKE is een afkorting voor Opzij Ik Kom Eraan. Het is een houding die ik in het Nederlandse verkeer veel tegenkom, zowel bij anderen als helaas ook bij mezelf. Ik zie het bij wandelaars, fietsers en automobilisten. Laatst nog. Ik reed in de auto naar huis. Op de stoep stond een oudere vrouw. Zoals ik vaak doe, zocht ik oogcontact om te kijken wat ze zou doen. Ze zag mijn oogcontact als een uitnodiging om over te steken, terwijl ze geen voorrang had. Mijn reactie is er dan vaak een van opstandigheid: mijn eigen OIKE wordt geactiveerd. Zo ook nu, ze nam voorrang zonder er recht op te hebben.

Verkeersbord in Antwerpen

Rotondes zijn ook fraaie voorbeelden van OIKE. Op veel rotondes heb je voorrang, en voor zekere automobilisten is het een sport om zo hard mogelijk op de rotonde af te rijden en pas op het allerlaatst te remmen. Mijn voet hangt dan ook boven mijn rem. Maar ik laat me natuurlijk niet kennen en gas ook gewoon door (OIKE roept OIKE op). Fietsers in Nederland behoren tot de brutaalste ter wereld. Ook daar zie je doordrukgedrag, opdat voetgangers, andere fietsers en automobilisten gedwongen worden te stoppen. Helaas doe ik dit zelf ook nogal eens. Ik vermoed er een denkpatroon achter, dat gevoed wordt door assertiviteit of egoïsme (of allebei). Maar het heeft ook iets te maken met Haast. We willen zo snel mogelijk ergens zijn, op de volgens Google Maps uitgerekende tijd. Vertragingen horen daar niet bij. Het uitgebreide gekanker op perrons als de trein drie minuten te laat is, is daar ook een gevolg van. Ook in een stationshal, bijvoorbeeld die van Utrecht CS, kun je OIKE gedrag zien. Daar stuiven voetgangsters van alle kanten recht op elkaar aan, een soort van Chicken Game: wie het eerst opzij gaat, is een angsthaas. In de speltheorie is het Chicken Game geen optimale strategie, omdat er maar eentje wint.

Treinstation in Elst (Gld.)

Nu zou je gemakkelijk kunnen zeggen dat we een verwend volkje zijn, dat verkeersregels maar lastig vindt. Die regels maken we zelf wel, en daar hebben we de afgelopen vijftig jaar natuurlijk mooie voorbeelden van gezien. Negeer de regels en bepaal het lekker zelf, dat is de kern van OIKE. Maar kan het ook anders? Ja, dat kan, maar dan loop je wel het risico beschouwd te worden als een verliezer, die te bescheiden en te aardig is. Je kunt alles volgens de verkeersregels doen, maar dan schiet je/het misschien niet erg op. Een experiment om OIKE achter je te laten: loop naar het station zonder in de reisapp te kijken, en wacht op de eerste trein die naar jouw bestemming gaat. In eerste instantie zul je paniek voelen. Negeer dat. Geniet van je omgeving en van het moment. Laat je gedachten de vrije loop. Bekijk ze, en beoordeel ze niet. Aan het eind komt alles goed. En als het niet goed is, was dat het einde nog niet. En laat iedereen die daar recht op heeft, voorgaan. Laat trouwens ook iedereen die geen recht op voorrang heeft, voorgaan. Je hebt de tijd. Oefen OOTZ (Ontspan, Observeer, Tijd Zat). Het lezen van deze blog heeft je tweehonderdtwee seconden gekost. De moeite?

Fietsenrekken op het terrein van het Willem Arntsz Huis, Utrecht

Siblog 39: Positieve psychologie in Well

Het is donderdag en rond tienen stap ik Daisy (zo heet onze rode Dacia) in. Ik rijd door het land van Maas en Waal naar Well in Limburg voor een workshop over positieve psychologie. Langs de snelweg zie ik een grote toekan van de Van der Valk-keten. Op de toekan een trotse aalscholver die zijn vleugels droogt: vogel op vogel. Nog even verder vliegt een buizerd gemoedelijk over de autodaken heen. In Well zal ik beweren dat er veel vogels zijn die lachen: lachvalken, lachduiven en lachmeeuwen. De workshop gaat over humor en andere kwaliteiten. Ik treed op als DrD, die als deskundige positieve psychologie natuurlijk in Blijdorp woont. Mijn publiek bestaat uit vrijwilligers van de Vereniging voor Palliatieve Terminale Zorg. In buurtcentrum De Buun zet ik hen aan het werk met humor, creativiteit, mooie momenten uit hun werk en de zes denkhoeden van De Bono om hun problemen van alle kanten te bekijken. Onderweg naar Well maak ik eerst nog wat foto’s van een fontein die wordt beschenen door zonlicht (zie boven en onder). Ik weet niet precies meer waar de fontein staat, misschien Well in Nietes (ligt dat wel in het zuiden?).

Al tijdens de lunch merk ik dat mijn publiek vriendelijke en welwillende mensen zijn die wel zin in een verzetje hebben. Na de workshop zie ik ongeveer 23 blije gezichten en mensen komen nog even een kijkje nemen op de Natafel die ik heb opgesteld. Daarop boeken, kaartjes om luieren te bevorderen en visitekaartjes met foto’s die ondernemertje Sibe zelf heeft genomen. Er is interesse in het thema en we babbelen nog wat na. En zo werp ik met een hernieuwde aanpak mijn ontdekkingen over positief leven de wereld in. Ik durf mijn creativiteit steeds meer te gebruiken en het voelt goed. Dat geeft deze burger moed voor de lange terugweg naar huis. Daar kan ik me lekker op de bank uitstrekken, en eerst sushi eten met Noah.

Siblog 38: Foto’s uit Japan in Leiden

Vandaag ga ik naar Japanmuseum Sieboldhuis in Leiden. Er is daar een tentoonstelling van foto’s die gemaakt zijn op met zilver beklede glasplaten. De foto’s zijn gemaakt in Japan tussen 1853 en 1912, toen Japan net begon te verwestersen. In mijn rugzak stop ik mijn camera, een opschrijfboekje en wat leesvoer voor de treinreis. Maar wat? Ik ben nu bezig in Alkibiades van Ilja Leonard Pfeijffer. Dat is toch wat te zwaar om mee te nemen, bijna 1000 pagina’s. Wel een fascinerende roman. Duizelingwekkende beschrijvingen en een schitterende schets van het leven van deze Atheense Veldheer (leefde in de vijfde eeuw voor Christus). Ik selecteer dan maar de bijlage van het AD en een boek over het handmatig instellen van je camera. In Leiden begin ik met een kopje koffie bij Vlot, een restaurant aan de haven (zie foto hieronder). Ze noemen het een boot, maar deze broeikas zal niet meer varen. De koffie is er goed.

Dan kuier ik op mijn gemak naar het Japanmuseum Sieboldhuis. Kuieren gaat me steeds beter af. Ik onthaast, sta af en toe stil en dat is ook een goede houding om mooie foto’s te maken. Al kuierend denk ik na over de podcast die ik met Gijs maak: Luie Friet. Deze trekt maar een beperkt publiek en in een neoliberale samenleving is dat reden om je zorgen te maken. Je moet gelezen en gehoord worden, je in de maalstroom van de markt werpen, erbij horen. Daar komt nog bij dat mijn vrienden en familie eerlijke mensen zijn en Luie Friet nogal ingewikkeld en abstract en niet altijd even interessant vinden. Natuurlijk is het fijn als mensen naar je luisteren, maar Luie Friet voldoet in een belangrijke behoefte in mij. Ik ben gaan houden van hardop nadenken, filosoferen en reflecteren over non-dualiteit (hoewel erover zwijgen soms beter lijkt, haha). En met Gijs is het heel leuk om gedachten te proeven en te testen. Net als Socrates, die tot mijn vreugde in Alkibiades bevriend is met de hoofdpersoon en regelmatig opgevoerd wordt in het boek.

Wonderlijk dat alle wegen en sporen zo heerlijk voor mij uitgelegd zijn in apps van de NS en van Google. Ik hoef maar een bestemming in te typen en de Wolk brengt mij daar, met heldere aanwijzingen. Spoor 4, derde straat rechts, en ik zit dus al gauw te luisteren naar een introfilm over de arts Philipp Siebold ((1796-1866) die op Decima in Japan verbleef toen dat de enige (Nederlandse) toegangspoort voor handelsbetrekkingen was. De getoonde landschappen en portretten uit de begintijd van de fotografie zijn treffend, scherp en veelal handmatig ingekleurd (zie boven voor een demonstratie van de techniek). Er is een geposeerde foto van een man die op het punt staat seppuku (rituele zelfmoord) te plegen, zie onder.

Ik koop naderhand de (dure) catalogus bij de tentoonstelling. Het op het punt van verwestersing staande Japan en de technische en fotografische aspecten interesseren me. De medewerkster achter de balie blijkt Japanologie te hebben gestudeerd en haalt komende week daarbij ook nog eens een diploma Museologie op. Ik uit mijn bewondering. Dan komt mijn nogal praktische slotvraag of ze kringloopwinkels in Leiden weet. Ja, ze houdt zelf ook van het afschuimen van plekken voor tweedehands. In een extreem diep pand aan de Haarlemmerstraat dat volgepakt is met kasten, vaatwerk, klokken en boeken scoor ik handschoentjes waarmee ik in de kou mijn mobiele telefoon kan bedienen. Seniorweb 20 jaar staat erop. En dan is het tijd voor een tosti bij Kopje van Leiden. Eenmaal buiten blijkt de ochtend verlopen in een bedekte grijze middag met een scheutje zon erdoor. Een late zomer is veranderd in een vroege herfst. De sprinter is mooi op tijd en de terugreis verloopt soepel. Vroeger heette zo’n trein stoptrein, maar ook hier heeft de marketing overwonnen. Een trein die alsmaar stopt is iets negatiefs. Een trein die snel optrekt tussen stations is natuurlijk een aansprekender beeld. Thuis gekomen selecteer ik de mooiste foto’s van Leiden, zie de impressie hieronder. Zwart-wit, niet met de hand ingekleurd. Ik denk aan mijn vriend Philip, die hier rechten gestudeerd heeft.

Siblog 37: Fotograferen in Blijdorp

Vandaag gaan we met de Fotosoos naar Blijdorp. Bert en ik, leden van de commissie Buitenland hebben dit uitstapje georganiseerd, omdat Theo door droeve omstandigheden verhinderd is. Ik probeer Theo erbij te betrekken door hem vooraf te vragen waar ik voor hem een foto van kan maken. Dat blijkt een nijlpaard te zijn. Dus ga ik op zoek naar nijlpaarden in de dierentuin. Die ochtend loop ik vol verwachting naar station Terwijde. Drie vrouwen die voor Happy Bodies staan groeten mij vrolijk. De dag begint goed, met een tintje mist en een strakke maar al wat zwakke zonnegloed. Frida, Bert, Dinger en ik gaan met de trein, drie anderen gaan met de auto. In de trein raken we in gesprek met een jonge vrouw uit India die veel interesse in fotografie blijkt te hebben. Frida heeft natuurlijk een kaartje van de Fotosoos bij zich en geeft dat aan haar. Wie weet wil ze wel lid worden.

Een lege kooi

In de prachtige ochtend lopen we naar de dierentuin, die nog het beste omschreven kan worden als een oude maar sjieke dame in verval. De gebouwen zijn oud en veel van de ruimten zijn leeg. Verweerd metselwerk, een wat onpraktische app maar ook veel groen met hier en daar een boomstronk tussen de hoge bomen. We zien veel speelplekken voor kinderen en tal van restaurants. Naar de dieren is het soms zoeken, dus op een gegeven moment zien we onszelf spinnen, duiven en reigers fotograferen. Zijn dat de wilde dieren? Is dat natuur? Dierentuinen worden door mijn vrouw omschreven als gevangenissen voor dieren. Spottend vraagt ze dan of we na ons uitstapje ook nog een menselijke gevangenis gaan bezoeken. Ergens heeft ze wel een punt, want als ik naar de dieren kijk vraag ik me soms af of ze wel zo gelukkig zijn. De tijger drentelt voor het glaswerk heen en weer, de neushoorns lijken hun lot waardig te dragen maar of het dwergnijlpaard hieronder wel zo gelukkig is, weet ik niet.

Het dwergnijlpaard dus. Na enig zoeken vinden Bert en ik het dier dat ik voor Theo wil fotograferen. Op deze foto kijkt ze me aan en ik weet niet wat ik ervan moet denken. Voelt ze zich opgesloten, verdrietig, of depressief? Is Blijdorp wel zo blij? In mijn foto’s experimenteer ik verder met zwart-wit en als ik eerlijk ben voegt die techniek wel wat drama aan deze foto toe. Later die dag zal mijn schoonzus levendig vertellen over haar laatste vakantie in Zuid-Afrika waar ze met mijn broer was. Daar wandelen de giraffen zomaar langs je veranda. De vraag is hoe natuurlijk dat is, met alle hekken om zo’n wildpark heen. Ik denk na over de gevangenis die onze gedachten soms voor ons zijn. Wat is een natuur die zoveel menselijk ingrijpen vergt om in stand te worden gehouden? In Nederland hebben we zoiets als natuurbeheer, met boswachters als parkwachters. Ook in Blijdorp kun je door de strategisch opgestelde hekken, wallen en greppels naar dierlijk leven kijken, net als in een reservaat of wildpark. Of in een caviakooi thuis. Kijken we naar het beest in ons? Leven deze dieren in een onveilig sociaal klimaat? Klachten indienen over misbruik of huisvesting is er niet bij. Bestaanszekerheid hebben ze dan weer wel. Of zijn dat eigenlijk al gedachten die mij vangen?