Siblog 66: Zwerfvuil thuisbrengen

Deze zaterdag is het niet zo zonnig als de vrijdag ervoor. Maar het is lekker weer om te plandelen (=wandelen en plastic oprapen). Sandy en ik zijn allebei plandelaars in onze wijk en we gebruiken deze dag om bewoners van De Boemerang, een groot huurappartement in de buurt, te activeren met ons mee te gaan om de buurt schoon te maken. Van tevoren maken we een mooie flyer, die we via de verhuurder en de brievenbussen virtueel en fysiek verspreiden. En we vragen Anton de Plandelman om ons te komen inspireren. Hij heeft het woord plandelen bedacht, en zegt toe! En wat zeker het vermelden waard is, is dat José van de gemeente Utrecht ons enorm goede hulp biedt door de verhuurder te benaderen, een designer te vragen de flyer te fatsoeneren en nog veel meer. Zij is er ook bij vandaag.

Flyer

Op het binnenplein van De Boemerang staat een tafel van de Schone Stad Coach van Utrecht, een mobiele koffiebar van Emiel en een tafeltje met een intekenlijst voor Terwijde Plandelt!, ons buurtinitiatief. We willen er nog graag wat mensen bij hebben. Maar het het allerbelangrijkste is dat er maar liefst eenentwintig mensen op onze uitnodiging afkomen. Matthijs (11), een trouwe medeplandelaar, heeft drie klasgenoten meegenomen die speciaal voor vandaag een spandoek hebben gemaakt met daarop de leuze dat er geen Planeet B is. Als je naar de landelijke en internationale politiek kijkt, beseffen die dat onvoldoende, maar wij als locals dus wel. En daarom doen wij wat we kunnen. Vandaag doen we dat lekker weer bij lekker weer.

Anton de Plandelman met ons plandelteam

We hoopten natuurlijk dat ook bewoners van De Boemerang zouden komen. En dat doen ze! Vier van hen komen hun grijpstok bij Schone Stad ophalen. Ik stel de verschillende groepen mensen voor, en Anton zet ons vol vuur aan om te gaan plandelen. Na een groepsfoto (zie boven, Anton heeft de selfie gemaakt) kunnen we dan eindelijk beginnen. Ik plandel samen met een klasgenootje van Matthijs. We maken een slootkant schoon en ze is erg fanatiek. We weten veel plastic uit de sloot te vissen en vinden een kleurplaat, een blauw bootje en een enorm piepschuim deksel. Vooral dat laatste is erg fijn om geborgen te hebben, want piepschuim is heel schadelijk voor mens, dier en plant.

Ondertussen praten we veel over waarom wij dit allebei doen, over zwerfvuil, maar ook wat lachgasbalonnen zijn en waarom je daar maar beter ver vandaan kunt blijven. Na afloop maken we nog een groepsfoto met onze vangst. Vele kilo’s zwerfvuil die de straten en velden ontsieren en het leven bedreigen, komen nu in ondergrondse containers terecht. Wij ruimen de boel nog even netjes op en gaan dan lekker lunchen bij Cornelia en mij thuis. Het is fijn om met gelijkgestemden te zijn en het gesprek is levendig en lang. Er is veel te delen, en we hebben er een aantal nieuwe plandelvrienden bij!

Een blauw bootje dat dobberde in de sloot

Siblog 65: Zachte vindkracht

Soms ontvallen gedachten, historische details, namen van personen of dingen me en op mijn leeftijd spendeer ik een zekere hoeveelheid tijd aan zoeken dan vroeger. Het helpt zeker dat ik alles zoveel mogelijk op een vaste plek leg. Maar bij het in de zak stoppen van de fietssleutel, de medewerkerspas van kasteel de Haar of het boodschappenbriefje gaat het nog weleens mis. En die dag, 1 september 2024 is het zover, want ik op de terugweg van het kasteel verlies ik mijn medewerkerspas. Dat is trouwens niet helemaal mijn schuld. De pas zit nogal los in de houder en pas als je je roosterbriefje voor de dienst van die dag ernaast schuift, zit hij stevig vast. Ik mail Herma met de vraag of ik een vervangende pas kan krijgen. Dat kan, zonder enig probleem. Want bij de Haar staat de vrijwilliger centraal. Maar misschien hebben ze wel tegen elkaar gezegd of gewoon gedacht: was dat niet die sinjeur die ooit zijn fietssleutel kwijt raakte? <Zie voor de miraculeuze vondst van die sleutel Siblog 3.> Herma suggereert nog dat ik met een plakbandje kan zorgen dat de pas erin blijft zitten. Maar dan kun je het roosterbriefje er ook niet meer in doen en dat is juist zo handig.

Dus die hele lange, grijze winter door beschouw ik de pas als verloren en gebruik gewoon de nieuwe. Ik denk er verder niet aan. Dit is iets dat ik met een gerust hart kan vergeten. Dan, zes maanden later, krijg ik een e-mail van een plandelaarster (plandelen = plastic oprapen tijdens het wandelen). Terwijl ze allerlei zwerfvuil van straat plukt, treft ze warempel mijn medewerkerspas aan. Mijn naam staat er met grote letters op en dus goochelt ze mij (ze vindt zelfs deze blogs), scoort mijn mailadres en deelt haar vondst mee. Ze woont in de buurt, dus vandaag komt ze de pas netjes brengen. Hij is toen natuurlijk meteen geblokkeerd, maar ik kan hem zondag voor mijn dienst trots aan de Front Office laten zien. Ik beschouw dit niet alleen maar als een mooi toeval of een gevalletje mazzel hebben. Het laat zien dat de wereld langs wondere wegen doorwerkt, dat eerlijkheid en goedheid bestaan. Iets wat ik pas kwijt was – ik was mijn pas kwijt – wordt door een zachte vindkracht terugbezorgd. Daar heeft zij maar zes maanden over gedaan. En het bijbehorende verhaal is daarmee ook bezorgd. Met dank aan Inge.