Siblog 63: Duizenddingendagen

Cornelia’s zoon Greg keert dinsdagochtend vroeg terug naar de VS, na zijn (Nederlandse) vriendin hier bezocht te hebben. Ik breng hen naar Schiphol, hebben ze nog even tijd om samen door te brengen. En dan is er de begrafenis van Fenny, mijn oud-schoonmoeder, of hoe noem je dat? Omdat Fenny lid is van de gereformeerde kerk in Houten, wordt het in de vorm van een kerkdienst gedaan, maar wel met mooie bijdragen vanuit de familie. Ik ben trots op mijn dochter die als eerste een toespraak houdt over wat haar oma voor haar en de andere kleinkinderen betekend heeft. De tranen stromen over mijn wangen, om het verlies van Fenny, maar ook omdat ik mijn dochter zo verdrietig zie en er ook overheen stapt en daar dapper straat te praten. Het is een (gedenk)waardige dienst omdat er ruimte is voor het geven van betekenis en het uiten van emoties. Waar de dominee benadrukt dat Fenny nu bij God (en zijn engelen) is, zingt Ed Sheeran in Supermarket Flowers dat zijn moeder een engel was. Weer vloeien er tranen. De onderlinge band van de familie is sterk, dat merk ik aan alles. De door een van de zonen uit een paardenkastanje gemaakte kist wordt niet verbrand maar ouderwets begraven, naast een enorme struik in de vorm van een paddenstoel; een mooie plaats voor een graf. Het is bitter koud en ik ben met vele anderen blij met de broodjes en de soep in de kerk. Ik kijk binnen naar de kinderen die mijn ex en ik op de wereld hebben gezet en voel me gloeien van trots. Tijdens de lunch zie ik veel voldane mensen en zoals bijna altijd ontstaan er mooie gesprekken en is er weer volop ruimte voor de lach. Aan het eind van deze dolle dinsdag heb ik een bestuursvergadering van Sforzato, het koor waar ik lid van ben. Ik merk eens te meer dat we een hecht (bestuurs)team zijn, zonder blad voor de mond. Ik deel met hen de afscheidsboodschap bij Fenny’s begrafenis (vrij vertaald): heb lef, heb lief. Dat voelt precies goed.

Op woensdag word ik wakker met een lichte hoofdpijn. Gisteren was een intensieve dag, wil die hoofdpijn zeggen. Dat verdwijnt al snel als ik met Cornelia gin rummy speel. Dat doen we elke ochtend en avond en dan praten we ook even bij. Een soort van pow-wow. Ik doe boodschappen met mij nieuwe Livall fietshelm. Ik heb namelijk gelezen dat wij in Nederland een van onze belangrijkste organen, onze hersenen, maar slecht beschermen tegen valschade. Dus heb ik een super gimmick fietshelm gekocht, die totaal niet staat, maar waarmee je wel met lichtjes richting aan kunt geven, muziek kunt luisteren en veilig telefoongesprekken voeren. Als de helm hard valt, zendt hij een noodsignaal uit. Als dat niet genoeg is…. Een van de andere duizend dingen is dat ik de Aloysiuskerk bel om te vragen of we daar ons najaarsconcert mogen houden. En ik koop papieren zakdoekjes voor de volgende snotaanval in huis. Ondertussen staat Los Angeles in brand, is de grens tussen de VS en Mexico dicht en lopen aanvallers van de Amerikaanse democratie weer vrij rond. Ik blijf gewoon waakzaam en bezig in mijn eigen omgeving, om lef en lief te hebben. Volgende week weer plandelen, vanavond nasi goreng koken en morgen en overmorgen Nederlandse les geven. Ik ontdek deze dagen een nieuwe functie op mijn telefoon. Met mijn S-pen maak ik een tekening en daar maakt AI een geavanceerd plaatje van. Onnodig, maar leuk (zie het voorbeeld links). Een uiting van de spelende mens, leer ik van een video door een filosoof die over ontspanning spreekt. Dat is voor de komende paar dagen wel weer genoeg Goed.

Siblog 62: Twee De Haardagen

Het is zondagochtend, de eerste van twee De Haardagen. Ik vraag me af of je dat met twee hoofdletters schrijft. Ik ben al vroeg in het park om sneeuwfoto’s te maken, de eerste en wellicht enige sneeuwdag. Binnen de Fotosoos Terwijde gonst het van de berichten, want het is nu of nooit en inderdaad blijkt het verdwijnsneeuw. Maar ik scoor mijn sneeuwfoto, zie de foto hieronder. Nadat ik die maak sluit ik voor de gezelligheid aan bij de buzz van de ochtendploeg. Dit is een van de redenen dat ik me aansloot bij de zaalgidsen van De Haar: onderdeel zijn van een groep mensen die de neus dezelfde kant op hebben. Met Maud overleg ik over het fotoboek dat ik ga samenstellen over het leven van de vrijwilligers op De Haar.

Kasteel de Haar, besneeuwd

Maar dan heb ik nog best veel tijd over, en op aanraden van zaalgids Wilma ga ik naar restaurant Laverie aan het Stalplein. Zij beveelt me de garnalenkroketten aan en mijn hart springt op als ik zie dat ze hier ook madeleines maken. Die worden helaas niet op tijd gebakken, en de garnalenkroketten pas om half twaalf. Dus besluit ik achter een Platte Witte (flat white) gezeten te wachten tot die klaar zijn. En het is dus tijd voor een snackrecensie. De bediening is alvast prettig. Net nadat ik plaatsneem, concurreren twee jongedames om mijn bestelling. Het is namelijk niet druk. De jongedames zijn aardig en voorkomend dus dat zit alvast goed.

Ik proef de garnalenkroketten (best wel fors, jumbo formaat zou ik zeggen) volgens het smaakpalet uit Receptloos, een kookboek voor improviserend koks. Zuur, zoet, zout, bitter en umami. Umami is de moeilijkste. Het is een smaak die zoet en zout versterkt en op de tong zitten specifieke papillen die deze smaak proeven. Umami zit in tomaat, vlees, erwten, belegen kaas, zeewier en champignons. Ook in garnalenkroketjes? Ik heb nog een kwartiertje om alles op te eten met grote kaak- en lipbewegingen, zodat alle papillen goed hun werk kunnen doen. De garnalenkroketten zelf zijn vol (umami), zoet en zout (niet teveel, dus de kok heeft zijn basis goed op orde). Er zitten twee bruine boterhammen bij, gefrituurde peterselie (echt een vondst, want dat geeft een extra bittere bite) en limoenmayonaise. De mayonaise is heerlijk fris, maar als je er teveel op doet, verdwijnt de zoete en vissige smaak van de garnalen een beetje, dus wees daar zuinig mee. Maar nogmaals, weer een mooie vondst. En dan mis ik iets. De boter! Gelukkig is het nog steeds niet druk, en de serveerster maakt duidelijk dat als ik dan graag boter wil, ik het kan krijgen ook. Dat laat ik niet op me zitten, want het hoort er gewoon bij. Ik laat haar dit minzaam zien op het menu. De boter voegt eerlijk gezegd niets extra’s toe, behalve dat boter eigenlijk alles lekker maakt (het grote dirty secret van de Franse keuken, trouwens). Dus eigenlijk had ik zonder gekund. Voor de garnalenkroketten, inclusief de prettige bediening, kom ik op een 8-plus. Prettig volgebuikt vang ik mijn middagdienst aan.

Krokettenrecensent, Stalplein kasteel De Haar (foto: Britt)

En ja, dan ben ik er maandagochtend alweer, dit keer om met zijn twaalven de kerstversieringen af te bouwen. Dat is geen goed Nederlands, maar afbreken klinkt ook weer zo destructief. Ontmantelen en opbergen lijkt me beter. In alle vroegte staat er een grote leasebak voor het hek. Ik spreek de man erbinnen aan. Hij komt vandaag de rookmelders in het kasteel inspecteren. Omdat dat zo buitenissig is, klinkt het geloofwaardig. En hij lijkt niet te weten wat te doen om er op een andere manier in te komen. Ik laat deze gewetensvolle arbeider dus maar binnen. Als ik zelf onderweg ben naar het kasteel, rijdt er nog een auto langs. Hoewel deze automobilist zelf een pasje heeft, groei ik nog steeds in mijn rol van politieagent. Ik vraag hem wat hij komt doen. Twee auto’s op een dag door het park, dat is wel wat veel, denk ik pedant. Hij zegt dat hij het hoofd van de technische dienst is en hier al 24 jaar werkt. Ik kleur dieprood, maar door de kou en de duisternis valt het hopelijk niet teveel op. Ik steek mijn hand naar binnen en stel me voor. Hij zegt dat ik mijn werk serieus neem. Ja, iets te, denk ik. Ik laat hem weten dat de technicus er al is. En dan is het tijd om samen met Gerda de kerstboom in de winkel te ontmantelen. Daar zijn we al snel mee klaar en onder het genot van koffie en koek babbelen we allemaal nog naar hartenlust na. Wat een team!

Siblog 61: Mistig en machtig mooi Maastricht

Maasboulevard

Deze kerstvakantie besluiten Cornelia en ik last-minute twee nachten in Maastricht door te brengen. We slapen in de Green Elephant, een hostel met een spa. Nadat ik geboekt heb, schrik ik. Het heet een hostel en er blijken ook slaapzalen te zijn! Is het een opvang voor verslaafde daklozen? Nee, het is een hippie-dippie design hotel met veel vega keuzes en een sauna (zwembroek moet mee). Veel te duur voor de gemiddelde zwerver. Dat valt weer mee. De net niet bedorven voorpret is het allerleukst. Ik koop een boekje over de stad en die schijn je in drie wandelingen wel gezien te hebben. De mensen die ik vertel over onze reis zijn er allemaal weleens geweest, maar allemaal heel kort. Ik ook. Dat is al lang geleden en ik herinner me een taxichauffeur die zei dat de Maastrichtenaren erg op zichzelf zijn en dat je er niet tussen komt. Dat is blijven hangen in mijn hersenen en hun moeilijk te volgen taaltje maakt het natuurlijk niet makkelijker om met hen in contact te treden. Maar om daar nou met een rugzak vol vooroordelen heen te reizen … Dus we gaan gewoon, de treinreis duurt bijna twee uur, dus we kunnen lekker lezen en gin rummy spelen.

Centre Ceramique in de ochtend

Het hotel heet de Groene olifant en de planten hebben het er knap moeilijk. Veel hangen er slapjes bij en slechts de taaie soorten (sansevieria, klimop) krijgen een kans in deze kleine donkere jungle. De menselijke maat lijkt leidend en kamer 11 is dit weekend onze maat. Een laag bed, een stoel, een open kast met twee planken en ophanghaken aan de muur. Krapjes allemaal, maar we zullen hier toch niet veel zijn. De eerste nacht blijkt er bovendien boven ons een gezinnetje te bivakkeren dat wandeltochten maakt in de omgeving met hun twee drukke zoons van zo’n 8 en 10 jaar oud. De mannetjes klossen met hun wandelschoenen vrolijk over de vloer en hoewel we vroeg naar bed gaan, slaap ik als lichte slaper dus pas laat. Cornelia slaapt altijd en overal wel. Het is mistig in Maastricht en dat levert prachtige foto’s op.

Machtig mooie muur

We bezoeken zaterdag het Bonnefantenmuseum, dat veel religieuze, moderne en klassieke kunst bevat. Maar omdat we het Centre Céramique al hebben bezocht (schitterend gebouw met het Maastricht museum en de bibliotheek erin), worden we al snel moe van de overvloed aan zintuigelijke indrukken. Het Bonnefanten kent geen duidelijke structuur en de collectie ook niet – het is een kwestie van dwalen en hopen dat je alles hebt gehad. De directeur van het museum kan in de inleiding op de plattegrond niet veel anders doen dan zoveel mogelijk alles opsommen wat ze in huis hebben. Enthousiasme en een duidelijke visie ontbreken. Wij verzinnen zo’n visie: Faith and Passion, geloof en passie. Dat vat het heel aardig samen. Tijdens de wandeling terug komen we ook veel prachtigs tegen, onder andere de muur met graffiti hiernaast. Ook echte kunst wat mij betreft.

Zondagochtend wandelen we al vroeg door Maastricht en de stad ligt er mooi bij. De kerkklokken luiden, dat is zo’n beetje alle geluid. We vangen een glimpje van de St. Servaas op en branden kaarsjes voor onze overleden ouders. We lopen langs een Chaizaak, met allemaal smaakjes bubbelthee. Met grote letters staat er op het raam: Get social with us, met de logootjes van de diverse sociale media erachter (zie hierboven). Maar de sociale media zijn helemaal niet zo sociaal. Eerder geven ze een vertekend beeld van onze levens en zijn ze een platform voor gescheld en complottheorieën geworden. En maar liken, jongens. Als het mijn theezaak zou zijn, zou ik zeggen: kom gezellig binnen, hier werken echte mensen die je waarderen. Het fotografiemuseum aan het Vrijthof is erg intens, met een tentoonstelling van Joseph Rodriguez, die veel aan de zelfkant van grote steden heeft geleefd en dat met veel vertrouwen van de inwoners heeft vastgelegd. De meest schokkende foto, een vader die zijn jonge dochter uitlegt hoe een pistool werkt, neem ik hieronder op (hopelijk is dat OK, Joseph). De moeder kijkt vriendelijk lachend toe. Verschrikkelijk.

(c) Joseph L. Rodriquez

Natuurlijk bestellen we zondag ook een echte Maastreechse vlaai om mee te nemen naar huis, waarbij we de keuze hebben tussen abrikozenvlaai. Ik kies na veel wikken en wegen uiteindelijk toch maar voor de abrikozenvlaai. Maastricht: de moeite waard.