Cornelia gaat de kerst doorbrengen in Reston. Het is vanochtend glad in Terwijde dus ik loop met haar mee naar het station. ’s Middags belt ze me, vanaf Schiphol. De vlucht naar Reykjavik (haar overstap) is vertraagd. Om 4 uur kan ze dan eindelijk vliegen, haar Whatsappje klinkt blij. ’s Avonds spreek ik haar weer. Vliegtuig geland, aansluiting gemist. Ze zit in een koud hoekje in de aankomsthal van Kevlavik airport haar mobiel op te laden. Ze voelt zich verloren in een chaotische situatie met honderden passagiers, die net als zij in Reykjavik hun aansluiting hebben gemist. De volgende vlucht gaat op maandag pas, en alle taxi’s en hotels zijn bezet. Anders dan in die National Geographic documentaires over Dubai airport waar ik zo graag naar kijk, zijn er in IJsland geen helden om reizigers uit de penarie te helpen. Er zijn alleen verpieterde passagiers die aan hun lot worden overgelaten. Vanuit huis doe ik wat ik kan. Ik bel naar alle telefoonnummers die ik kan vinden, mail naar servers die ook al liggen te slapen en zoek op websites naar vluchtinformatie. Alle callcenters zijn dicht of overbelast. Wel praat ik nog even met een virtual agent die op vriendelijke toon ontoepasselijke antwoorden uitspuugt. Cornelia en ik spreken af dat ze op het vliegveld zal blijven en daar wat probeert te slapen. Ik ga ook maar naar bed.
De volgende ochtend om 7 uur belt Cornelia me wakker, totaal gelukkig. Een taxi heeft haar naar het Marriott gebracht, tot die door een sneeuwstorm niet verder kon rijden. Cornelia en een medepassagier hebben nog helpen duwen, maar hij zit echt vast. Gelukkig is het hotel vlakbij en kan ze er met haar koffer vol kerstcadeautjes heen lopen. Ze verheugt zich op het ontbijt dat zo wordt geserveerd (zie onder). Morgen vliegt ze naar Washington. Mooi wel dat dit blog 13 is, want het gaat vet over pech. De moraal? Het belangrijkste goed bij pech is niet voedsel of een bed, maar informatie.